commentaar bij de zondagslezingen b-jaar
Tegenover
Het merendeel van deze commentaren schrijf ik vanuit mijn fauteuil thuis. Ergens tegenover me zit dan meestal mijn man. Zo blijven we toch een beetje met elkaar verbonden, terwijl we ieder verzonken zijn in onze eigen schrijfsels en gedachtewereld. Op die manier is hij voor mij – en hopelijk ik ook voor hem – meer dan letterlijk zoals de ‘mannin’ uit het Genes…