Niet te veel

Standpunt

Het is altijd boeiend wanneer clichés worden doorbroken. Het stereotype denkbeeld wil dat katholieken zich zonder beperking voortplanten terwijl vrijzinnigen waarschuwen voor overbevolking. In 2015 zei paus Franciscus echter dat katholieken niet moeten kweken als konijnen, terwijl de vrijzinnige filosoof Maarten Boudry tegenwoordig stelt: „Vergeet de overbevolking, straks zijn we met steeds minder.”
Wie heeft gelijk? Beiden. Hoewel de wereldbevolking nog steeds toeneemt, zal dat over enkele decennia niet langer het geval zijn. Vandaag zitten we in een opmerkelijke fase: de toename van de bevolking stelt ons voor uitdagingen, maar het stilvallen van het geboortecijfer in steeds meer landen is net zo goed een knelpunt. Meer mensen op de wereld is een probleem, maar minder evenzeer. Het gaat dus niet langer over de vraag of we met te veel zijn, maar over de vraag hoe we omgaan met onze demografie.
Soms zeggen jonge mensen dat ze geen kinderen willen, omdat dat nefast is voor het klimaat. Dat is niet enkel bedroevend, het is ook riskant. Kijk naar China, dat zijn eenkindpolitiek moest stopzetten omdat de Chinese samenleving volledig werd ontwricht.
Acht miljard mensen telt onze planeet sinds kort. In ons voorgrondartikel buigen twee experts zich daarover. „Hoe voorzien we de groeiende wereldbevolking van een gezond dieet, zodat iedereen voldoende heeft om een goed leven te hebben?”, vraagt landbouweconoom Marijke D’Haese zich terecht af. Bovendien moet die voedselproductie „gebeuren binnen de planetaire grenzen van wat de natuur aankan en de uitstoot van broeikasgassen niet verder opdrijft, de biodiversiteit nog meer in gevaar brengt, het gebruik van water bedreigt en nog meer land inneemt”.
Moeten we opnieuw gaan leven zoals vroeger? En wat is dan ons referentiepunt: onze ouders, onze grootouders, Het aantal calorieën en eiwitten per hectare moet omhoog de middeleeuwen of de oertijd? De mensheid keert nooit terug naar het verleden, de geschiedenis voltrekt zich voorwaarts. Zo zullen we er niet komen door terug te grijpen naar kleinschalige landbouw, hoe sympathiek dat ook lijkt. Om acht miljard monden te voeden, moeten we juist zo veel mogelijk voedsel op een zo klein mogelijk oppervlak gaan kweken. Hoe meer landbouwgrond we nodig hebben, hoe meer bos en andere natuur verloren gaat. Het aantal calorieën en eiwitten per hectare moet dus omhoog.
Dat betekent niet enkel hogere rendementen, het houdt ook in dat het merendeel van ons voedsel plantaardig moet zijn. Moeten we dan met z’n allen vegetariër worden? Nee hoor. Biologisch is en blijft de mens een alleseter. Minder vlees eten is evenwel belangrijk, omdat plantaardige eiwitten minder oppervlakte en CO2-uitstoot vergen dan dierlijk voedsel. Binnen de dierlijke voeding zijn er bovendien grote verschillen. Zo is de impact van varkens en kippen op milieu en klimaat veel bescheidener dan van runderen. Het dieet van de toekomst wordt dus best niet uitgestippeld met ideologische fetisjen, maar met doordacht puzzelwerk.
Voorlopig zal de bevolking nog toenemen, vooral in Afrika. Over een jaar of veertig hebben we wellicht de piek bereikt, met vermoedelijk tien miljard mensen. Vanaf dan daalt de bevolking. In het Westen weten we al dat ook dat uitdagingen meebrengt, zoals de vergrijzing en een tekort aan arbeidskrachten. Onze actieve bevolking wordt steeds kleiner en moet voor steeds meer gepensioneerden zorgen.
De vraag is niet of we meer of minder mensen willen. Dat moeten we niet als overheid of als Kerk willen bepalen, die keuze komt de gezinnen zelf toe. We kunnen beter onze tijd en energie steken in deze vraag: hoe maken we de wereld rechtvaardiger, zodat alle mensen hun rechtmatige deel krijgen?

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €32
tot eind 2024

Registreer je hier