Terwijl de politici na Sinterklaas ogenschijnlijk een adempauze in acht namen vooraleer voort te onderhandelen over een nieuwe regering, leek er zowaar een kleine schooloorlog uitgebroken. Wie de Vlaamse kranten volgt, moest in elk geval tot die conclusie komen.
<br>Het begon allemaal in De Standaard. De krant hield een Vaticaans document tegen het licht, zij het blijkbaar slechts een heel beperkt gedeelte. Gevolg: haast uitsluitend aandacht voor de verhouding tussen de Kerk en de katholieke hogescholen. Toen Mieke Van Hecke, ‘grote baas’ van het katholieke onderwijs, het bovendien nog normaal vond samen te werken „met hogescholen die onze waarden delen”, was het hek van de dam. Vanuit vrijzinnige hoek werd meteen de aanval ingezet. Alle kranten en weekbladen kregen vrije tribunes, standpunten, columns en een vloed aan lezersbrieven te verwerken. Woorden als sektarisme, indoctrinatie, bekrompenheid, fanatisme en zowaar tjevenhaat en kaloot kwamen er aan te pas.
<br>Parallel daarmee ontbrandde de strijd op een ander front. Net nu minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke de financiële discriminatie van de katholieke scholen had opgeheven en daarmee de historische schoolstrijd tot het verleden gaat behoren. Aanleiding was precies die gelijke financiering. Bij de leiding van het gemeenschapsonderwijs stegen daarover alarmkreten op. Voor gelijke financiering worden gelijke plichten geëist. Op zich niets op tegen, ware het niet dat je daarmee eigenlijk de ideologische eigenheid en het eigen pedagogische project ter discussie wilt stellen.
<br>Vanwaar toch die panische schrik voor het katholieke onderwijs? Is het zijn blijvende marktaandeel? Dat is niet nieuw, al langer vertrouwt de overgrote meerderheid van de ouders zijn kinderen toe aan de katholieke school. Zeker, kwaliteitsargumenten spelen daarin een grote rol. En al gaan kwaliteit en katholiek in deze vaak samen, ze zijn niet onderling inwisselbaar. Daarom maakt de huidige leiding van het katholieke onderwijs naast kwaliteitszorg weer werk van een ideologische verankering.
<br>Zoiets is opmerkelijk en tegendraads. We zijn immers aangeland op een punt waarbij haast iedereen zijn koers bepaalt op marktanalyses. Dat bedrijven zoiets doen, ligt nogal voor de hand willen ze hun producten slijten. Dat dienstverlenende sectoren peilen naar de verlangens van hun cliënten is geheel gebruikelijk. Wanneer ziekenfondsen en vakbonden zich daartoe zouden beperken, betreuren we dat, al is het niet onlogisch. Als politieke partijen daarin hun heil zoeken, is het niet te verwonderen dat alles naar elkaar toegroeit. En kun je je de vraag stellen waarmee ze nog het verschil kunnen maken.
<br>Voor scholen lijkt het ons echter helemaal uit den boze. Waardevrije opvoeding heeft geen toekomst. Wat sommigen ook mogen beweren, leren aankijken tegen mens en maatschappij vanuit een ideologische of religieuze overtuiging hoeft de jongeren niet minder kritisch te maken. Het leidt evenmin tot bekrompenheid en fanatisme. Integendeel, en misschien schuilt daarin wel haar grootste bedreiging. Het leert je afstand te nemen van het allesoverheersende marktdenken en het daarmee gepaard gaande universele grijs.
<br>In die zin stel ik me de vraag of de discussie over het onderwijs de laatste etappe is in de ontzuiling van Vlaanderen, dan wel de eerste in een nieuwe strijd. Die om een toekomst van de veelkleurigheid en respect voor eigenheid.
<br>
Column