Engelstalige auteurs die het in een vlammend betoog opnemen tegen God en de godsdienst, krijgen in onze contreien gretig aandacht. Auteurs als Richard Dawkins, Daniel Dennett, Christopher Hitchinson en Sam Harris vinden zo ook in vertaling een gretig leespubliek. Zij spannen zich in om met wetenschappelijke argumenten en analyses eens en voorgoed af te rekenen met het achterlijke gedoe dat religie in hun ogen is en dat zelfs de wetenschap en de mensenrechten zou bedreigen.
<br>Religieuze overtuigingen, godsdienstige dogma’s, opium om het volk in de macht te houden, zoals Marx het uitdrukte – ze zouden probleemloos wegsmelten in de mate waarin de wetenschap vorderde en de massa onderwezen en ‘verlicht’ geraakte. Zo dachten de vooruitgangsfilosofen al vanaf de achttiende eeuw. Intussen zijn we de eenentwintigste eeuw ingedoken. Ondanks spectaculaire ontwikkelingen in wetenschap en techniek en een explosieve welvaartsstijging, lijkt geloof veel weerbarstiger dan velen voor mogelijk hielden. Zelfs in staten waar het regime per wet het einde van de godsdienst afkondigde, is de religieuze vlam niet gesmoord, zo blijkt nu.
<br>In de nadagen van de verzuiling verwachtten sommigen bij ons eveneens, al dan niet heimelijk, een snelle verschrompeling van de Kerk en haar instituties. De gestage afkalving is er gekomen, maar niet in de mate die velen hadden verhoopt. Daarom werd alles in het werk gesteld om geloof en zingeving naar de privésfeer te verbannen om hen zo elke maatschappelijke betekenis te ontzeggen. Toen die strategie evenmin snel en duurzaam succes opleverde, koos een minderheid voor de rechtstreekse confrontatie. Een botsing die de laatste tijd een bitsig karakter dreigt aan te nemen.
<br>Nu zitten weinigen te wachten op een nieuwe ‘strijd tussen klerikalen en antiklerikalen’. Overigens is daarvan weinig heil te verhopen. Toch heeft de toegenomen polarisatie een positief kantje. De enorme onverschilligheid bij de grote massa voor ethiek en zingeving komt onder druk te staan. Mensen worden als het ware gedwongen kleur te bekennen. Ook als gelovige gemeenschap zijn we uitgedaagd om op een ondubbelzinnige wijze te verwoorden waarvoor we staan.
<br>Het lijkt me daarbij hoogst belangrijk ons niet te laten verleiden mee te stappen in een negatief verhaal, waarbij we ons slechts afzetten tegen anderen. Een negatieve boodschap kan misschien wel even bekoren, doch kan nimmer blijvend inspireren. We hebben trouwens een Blijde Boodschap te verkondigen. Het blijde van die boodschap is in de loop der jaren wat versluierd geraakt, ook al levert de kerkgemeenschap momenteel ernstige inspanningen voor catechese en geloofsvorming voor jong en oud. Het is geen spectaculaire weg en de ontmoediging loert om de hoek als de resultaten ogenschijnlijk tegenvallen. Toch is het de enig mogelijke.
<br>Zonder de moeilijkheden in de Vlaamse Kerk te willen negeren of onszelf goedkope troost te willen bieden, mag het voorbeeld van onze zuiderburen toch inspireren. Daar zijn jaarlijks duizenden zogeheten herintreders en ontvingen vorig jaar ruim vierduizend volwassenen het vormsel. En 10.000 gelovigen staan er catechumenen bij in hun geloofstocht op weg naar het doopsel. Zij leren in de persoonlijke ontmoeting onze God van liefde, bevrijding en verbondenheid kennen.
Column