Een trits Belgische excellenties toog enkele weken terug naar Congo. Het bezoek van onze drie ministers kon rekenen op meer dan gewone belangstelling. Niet in het minst omdat de Congolese president zijn Belgische weldoeners opvallend lang liet wachten alvorens hen te ontvangen. Wat op zijn beurt weer het gevolg was van een felle toespraak van minister van Buitenlandse Zaken De Gucht. Daarin had hij de Congolese leiders in niet mis te verstane bewoordingen gekapitteld. Het zorgde voor flink wat animo. Goed voor dagenlang hoofdpunten in het nieuws en forse commentaren in ’s lands media.
<br>Corruptie blijkt in Afrika inderdaad een moeilijk uit te roeien euvel. Afrikaanse leiders – en eigenlijk alle politieke verantwoordelijken – wijzen op hun plichten tegenover hun volk, is best lovenswaardig. Of onze Belgische bewindvoerders in het buitenland ervaren worden als toonbeelden van goed bestuur die navolging verdienen, daaraan wordt de laatste tijd op zijn minst wel eens getwijfeld. Nemen we maar het voorbeeld van onze ontwikkelingssamenwerking.
<br>Een onderzoek van 11.11.11, de koepel van de Noord-Zuidbeweging, bracht enkele ernstige mankementen aan het licht. Onze ontwikkelingshulp mist doeltreffendheid. Ze is versnipperd over te veel landen en te veel verschillende sectoren. De hulp wordt al te vaak niet binnen de afgesproken termijn besteed. En de afspraken tussen federale en regionale overheden kunnen ook veel beter. Wat blijkt nog? Het budget voor ontwikkelingssamenwerking daalde in 2007 tot 0,43 procent van het Bruto Binnenlands Product, dat is de totale geldwaarde van alle door ons land geproduceerde goederen tijdens het voorbije jaar. Zelfs in absolute cijfers daalde de hulp in 2007 tot 1,43 miljard euro, tegen nog 1,57 miljard in 2006. Een vermindering van ruim 11 procent dus. Volgens de algemeen secretaris van 11.11.11 beslisten de ministers Reynders en Ruelle bovendien om een deel van het voorziene budget voor 2007 niet uit te geven. Die ministers waren in de vorige regering respectievelijk verantwoordelijk voor Financiën en Ontwikkelingssamenwerking. Ze zouden de 40 miljoen euro ‘nuttig gebruikt hebben’ om een put bij Financiën te dichten.
<br>Dit alles was geen frontpaginanieuws, wel verpakt in een discreet bericht, diep in de krant. Met die 0,43 procent zitten we overigens terug op het niveau van 2002. Nog ver verwijderd van de 0,7 procent waarvoor nu al tientallen jaren wordt geijverd. En waarvoor nog niet zo lang terug een concreet groeipad werd uitgetekend. In 2010 zullen we dat streefcijfer zeker halen, luidde de formele belofte. Aan het huidige tempo lijkt het veeleer een onbereikbaar doel.
<br>Geen fraai vooruitzicht. Eigenlijk een regelrechte schande. Een welvarend land als het onze dat er niet eens in slaagt om minimale beloftes in te lossen. Intussen proberen we onze rijkdom zorgvuldig af te schermen. We proclameren dat vluchtelingen hier geen toekomst hebben. De migratiestroom kan slechts gestopt wanneer we hen kansen bieden in eigen land, klinkt het. We proberen hen te overtuigen dat de toekomst in hun thuisland ligt, met onze hulp. Klinken dergelijke verklaringen niet huichelachtig, als schelle cimbalen? We mogen onze politici hierop gerust aanspreken. Misschien is het ook wel de gelegenheid om eens in eigen hart te kijken. Hoe zwaar weegt onze eigen solidariteit?
Column