Verklaarbare verschillen

Column

Veel kans dat u ze gemist heeft. De cijfers over de euthanasiepraktijk in ons land waren geen voorpaginanieuws of hoofdpunt van het journaal. De macht van de grote getallen zoog alle aandacht naar de superkijkcijfers voor De slimste mens en Van vlees en bloed. Toch loont het de moeite om de statistieken van naderbij te bekijken.
<br>Vorig jaar steeg het aantal mensen dat stierf door actieve levensbeëindiging tot 705. Een snelle toename, want 210 meer dan in 2007. De pleitbezorgers voor euthanasie haasten zich om diegenen voor te zijn die destijds waarschuwden voor een zekere vorm van banalisering na het goedkeuren van de wet. Het heette dat medisch personeel nu beter is geschoold, niet langer schroom heeft om de statistieken correct in te vullen en de rapportering dus correcter verloopt.
<br>Een tweede vaststelling werd in Vlaanderen haast niet opgemerkt. Dat er van die 705 euthanasiedoden slechts 126 in het Franstalige landsgedeelte vielen. Nu zou je gemakshalve kunnen menen dat men in het zuiden van het land iets losser omspringt met de meldingsplicht. Of zou het medische personeel er minder geschoold zijn? Of is er misschien nog een andere verklaring? Ons valt het in elk geval op hoeveel meer er in de Vlaamse media wordt bericht over de euthanasiepraktijk. Zelden laat men er een gelegenheid voorbijgaan om de vermeende weldaden van de euthanasiewet onder de aandacht te brengen.
<br>Marc Cosijns, de Gentse arts die als eerste publiek getuigde over het euthanaseren van een patiënt, spant wellicht de kroon. Een aantal filmpjes van zijn hand over euthanasie genoot telkens ruime mediabelangstelling. Nu hij in Antwerpen ook nog zelf op de planken staat in een toneelstuk over de problematiek, krijgt dit weer de volle aandacht.
<br>Overigens is met het brengen van de ervaringen van artsen bij het euthanaseren een nieuwe fase ingeluid om actieve levensbeëindiging te promoten. In het Nieuwsblad op Zondag konden we een paar weken terug het verhaal lezen van een huisarts. Weliswaar anoniem, getuigde de man aanvankelijk erg te hebben opgezien tegen euthanasie. Maar nu hij het gedaan had, was hij „blij het zelf gedaan te hebben”, als „laatste dienst aan zijn patiënt”.
<br>Dezelfde week konden we in een weekblad lezen hoe voor een West-Vlaamse vormingsorganisatie een arts haar ervaringen kwam vertellen. „Als
<br>het onze taak is om mensen te helpen bij de geboorte, zie ik het ook als onze taak om hen te helpen
<br>bij het sterven”, heette het. „En euthanasie is veel minder traumatisch achteraf dan een overlijden
<br>in onmenselijke pijnen”, hield ze haar toehoor-
<br>ders voor.
<br>Het moge duidelijk zijn dat deze uitgekiende strategie haar effect niet mist. En onmiskenbaar leidt tot toenemende druk op artsen, patiënten en familieleden. Wat te denken van dit verhaal van een bejaard echtpaar? Beiden ruim de tachtig voorbij. De vrouw alzheimerpatiënte in een gevorderd stadium. In een vertrouwelijk gesprek vraagt de huisarts of er bij een ernstige complicatie of een ongeval nog alles moet gedaan worden om de vrouw in leven te houden. Ontreddering en verontwaardiging bij de liefhebbende man die zich alles ontzegt om zijn echtgenote zo goed mogelijk te kunnen verzorgen. „Hoe kan een dokter zoiets vragen?” Onder druk van de systematische campagne, luidt het antwoord. En wie blind blijft voor de berekende mediastrategie, is heel naïef.
<br>

Lees artikel

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €32
tot eind 2024

Registreer je hier