Er is al veel geschreven over de verbrokkeling van de sociale samenhang en de anonimiteit in woonbuurten. Daartegenover staat echter dat buurtbewoners almaar vaker zelf het initiatief nemen om bijeen te komen en banden te smeden, om problemen te bespreken en indien nodig actie te voeren. Stedelijke overheden moedigen die zelforganisatie aan, vooral via subsidies. Hoe doeltreffend is dat beleid en werpt het ook de verhoopte vruchten af? Wat is de kracht van de nieuwe generatie buurtcomités, die als paddenstoelen uit de grond schieten?
Dossier