Mensen van hier

Standpunt

De oudere man stapte op de tram en nam plaats naast een jongedame met een hoofddoek. Hij had wel zin in een praatje dus vroeg hij: „Waar kom jij vandaan?” Met een lichte verbazing antwoordde ze: „Van Linkeroever.” Het klopte dat ze daar de tram had genomen. „Nee, ik bedoel, vanwaar ben jij?”, verduidelijkte hij. „Oh, ik ben van Berchem”, luidde haar reactie. „Neenee, waar ben jij geboren?”, probeerde de man een derde keer. Haar antwoord was niet wat hij verwachtte: „In Wilrijk.”
Een goedbedoeld gesprek verzandde in een klassiek misverstand. De oude Antwerpenaar wilde weten of ze uit Marokko kwam of uit een ander Noord-Afrikaans land. Het meisje kwam echter niet uit een ver land, ze was geboren en getogen in Antwerpen. Ze begreep echt niet waar de man met zijn vragen heen wilde. En hij kon niet vatten dat zij zich gewoon een Vlaams meisje voelde. Twee mensen van goede wil spraken op het eerste gezicht dezelfde taal, maar op de keper beschouwd toch weer niet.
Op de Nederlandse zender VPRO liep vorig jaar een driedelige televisiedocumentaire van en over journalist en schrijver Pete Wu. Zijn familienaam verraadt dat zijn ouders uit China kwamen. Ze zijn typische migranten van de eerste generatie: ze werken hard, spreken onderling Mandarijn en koesteren de Chinese tradities. Zoon Pete daarentegen voelt zich vooral Nederlander en worstelt behoorlijk met zijn afkomst. Daarom heet zijn documentaire Pete en de Bananen. Een banaan is iemand die vanbuiten geel is en vanbinnen wit, zo verduidelijkte hij. Zijn uiterlijk roept bij mensen de verwachting op dat hij een buitenlander is, maar eigenlijk voelt hij zich een Hollander.
Dat is de kern van het probleem van vele duizenden jonge mensen in ons land. Wij zien een andere huidskleur of een hoofddoek, we horen een Congolese of Iraanse naam en denken meteen: een buitenlander. Die We blijven maar rondjes draaien in het migratiedebat. Daar wordt niemand beter van jongelui zijn echter hier geboren, gingen bij ons naar school, hebben Vlaamse vrienden en hobby’s. Vaak behoren ze al tot de derde generatie en loopt de band met hun land van herkomst via hun grootouders. Gaan ze op vakantie naar Turkije of China, dan worden ze daar beschouwd als buitenstaanders. Komen ze terug naar België, dan zijn ze nog steeds buitenstaanders. Dat laatste mogen we hen echt niet aandoen.
„Het woord ‘integratie’ gebruik ik zelf niet meer”, zegt Abdelhay Ben Abdellah daarover in onze Klapstoel. „Moslims zijn hier immers al bijna zestig jaar en de vierde generatie is op komst. We spreken dan ook liever over ‘burgers’ of over ‘Vlamingen met een migratie- of islamitische achtergrond’.” Hij heeft natuurlijk gelijk. Hoe kun je nu integreren in je eigen land? Hoeveel generaties moeten er overheen gaan voor wij hen als Vlamingen beschouwen?
Tegelijk kijkt Ben Abdellah ook kritisch naar zichzelf: „We raken steeds meer onthecht van het land van onze grootouders en daarom bracht de pandemie voor Vlaamse moslims nog een extra pijnpunt naar voren: is het nog opportuun onze doden te repatriëren terwijl de hele familie hier woont?”
Het spanningsveld tussen autochtone Vlamingen en mensen met een migratieachtergrond kan maar op één manier worden opgelost. Iedereen moet de denkbeeldige knop in eigen hoofd omdraaien. Oude en nieuwe Vlamingen moeten zichzelf en elkaar echt als landgenoten, ja zelfs volksgenoten zien. Niet door afkomst of religie te verloochenen, maar door te aanvaarden dat Vlaanderen vandaag anders is dan pakweg vijftig jaar geleden. We blijven maar rondjes draaien in het migratiedebat. Daar wordt niemand beter van. Dat meisje op de tram is echt van Antwerpen, niet van Marrakesh. We zijn met z’n allen mensen van hier. Als we dat accepteren, wordt alles een stuk eenvoudiger.

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €32
tot eind 2024

Registreer je hier