Beelden van God

Standpunt

Wie of Wat is God volgens u? De vraag is eenvoudig, het antwoord allerminst. Stelt u zich God voor als een man met een witte baard, als de schepper van het heelal, als een kracht in uw leven? Bent u bang van God? Is Hij voor u abstract of daadwerkelijk aanwezig? Het is slechts een kleine greep uit de haast oneindige lijst vragen die we over het opperwezen kunnen stellen.
De antwoorden variëren van persoon tot persoon, van religie tot religie. Ooit aanbad de mens natuurfenomenen, zoals de donder of een vulkaan. Die oerkrachten kregen een goddelijke status en moesten te vriend worden gehouden. Later werd de aanbidding van natuurfenomenen vervangen door mensachtige goden. Grieken, Romeinen, Germanen en Vikingen hadden een hele reeks goden, die ergens op een berg woonden en sadistische spelletjes speelden met de mens. Van respect voor mensen was geen sprake, laat staan van een liefdevolle band tussen mens en godheid.
Van de joden erfden we het geloof in één God, verbonden met mensen. In het boek Exodus doet God een indrukwekkende belofte. Hij noemt zichzelf Jahweh, wat doorgaans wordt vertaald als ‘Ik ben die is’. Dat is een dubbele belofte: God bevestigt dat Hij bestaat en dat Hij er altijd voor ons is. De evolutie houdt daar niet op. Met Jezus valt ons christelijke godsbeeld in een nieuwe plooi. Zijn offer leert ons dat God een liefhebbende Vader is, niet voor één uitverkoren volk, maar voor alle mensen.
Toch bestaan ook binnen het christendom uiteenlopende godsbeelden. Veel Amerikaanse gelovigen noemen zichzelf graag God-fearing, godvrezend dus. Dat is best een vreemde term voor ons, omdat wij vooral leren dat God Liefde is. De tijd is ook lang voorbij dat kinderen hun vader vreesden.
Zelf vind ik het beeld van God als vader/moeder/ouder, hoe onvolmaakt ook, vaak het best hanteerbare. Niet toevallig is het Onzevader het In alle eenvoud biedt het ouder-kindbeeld een bruikbaar houvast, al blijft het behelpen met wat we zelf kennen christelijke oergebed. De onvoorwaardelijke liefde die we zelf voor onze kinderen voelen, brengt ons het dichtst bij de goddelijke Liefde waarop we vertrouwen. De vrijheid en kansen die we van de Schepper krijgen om ons leven te leven, lijkt op de ruimte die we onze eigen kinderen geven om op eigen benen te staan. We geven mee, maar laten ook los. We beminnen, maar verstikken niet. We verwachten nooit dat we evenredig terugkrijgen wat we zelf gaven. In alle eenvoud biedt het ouder-kindbeeld een bruikbaar houvast, al blijft het behelpen met wat we zelf kennen en vatten.
Uit ons Dossier over godsbeelden blijkt dat het eenduidige – laat staan perfecte – godsbeeld niet bestaat. We laten drie gelovigen uit drie verschillende generaties aan het woord, maar ook zij zijn niet noodzakelijk representatief voor hun generatiegenoten. Aandacht en aanwezigheid, vindbaar in stilte en leegte, ontzagwekkende verpersoonlijking van liefde en rechtvaardigheid. Het zijn enkele beelden die ons worden aangereikt en waarmee we zelf aan de slag kunnen. „Als christen sta je altijd in het spanningsveld tussen de noodzaak om je een beeld van God te vormen en het besef dat al die beelden onvermijdelijk tekortschieten”, zegt theoloog Didier Pollefeyt daarover.
Het boek Genesis laat God zeggen: „Nu gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend.” Dat is een liefdevolle zin, die een onverbreekbare band smeedt tussen God en mens. Tegelijk blijft het een menselijk beeld, een smachtende poging om te vatten wat ons begripsvermogen te boven gaat. De godsbeelden die we koesteren, ontstonden meer uit menselijke behoefte dan uit goddelijke wil. Het is niet God die godsbeelden nodig heeft, het is de mens. En wat dan nog? Laat de beperktheid van onze beelden ons nooit beletten om Hem voluit te koesteren, te vertrouwen en te beminnen.

 

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €32
tot eind 2024

Registreer je hier