Volgens Vivien Waszink, taalkundige en auteur van Dat mag je óók (al niet meer) zeggen (Genootschap Onze Taal), schiet niet het inclusieve taalgebruik te ver door, maar de opwinding die erover bestaat.
Schiet het inclusieve taalgebruik te ver door? Het antwoord is duidelijk: neen. Het is de opwinding over inclusief taalgebruik die te ver doorschiet. Je inclusief uitdrukken, houdt allereerst in dat je ook eens vanuit een ander perspectief kijkt dan enkel vanuit het jouwe. Wanneer je dat doet, dan merk je dat er alternatieven zijn die niemand uitsluiten. En dat jijzelf intussen gewoon nog steeds meedoet.
‘Beste reizigers’ omroepen in de trein in plaats van ‘beste dames en heren’ legt de nadruk op wat je…
Marnix Peeters, columnist en auteur, onder andere van het zopas bij Pottwal Publishers verschenen Komt een priester bij Beëlzebub, vindt dat woorden geen daden zijn.
In 2017 verscheen mijn roman In elke vrouw schuilt haar moeder. In het boek, een kolderieke vertelling die zich afspeelde in het Vlaanderen van midden de vorige eeuw, verloor Mercedes Van de Cloot, de negende gravin van Blaasveld, haar kasteel en trok eropuit met een bont gezelschap, bestaande uit haar twee zoontjes, haar butler en haar ghostwriter Jenesepa Oghenekohwo. Jenesepa was een Nigeriaan. Er werd, zoals dat in het Vlaanderen van toen gebruikelijk was, door zijn reisgezellen naar hem verwezen met de term ‘neger’.
Ik had voor …