Ongetwijfeld kent u in uw directe omgeving mensen die financieel in de problemen komen door de buitensporig hoge energieprijzen of door de forse stijging van de levensduurte in het algemeen. De kans is reëel dat de inflatie ook voor u een financiële kopzorg betekent. Wat gisteren nog betaalbaar was, bezorgt ons vandaag stekende pijn ter hoogte van de portefeuille. Hoewel iedereen de inflatie voelt, komt ze vooral hard aan bij wie het voordien al niet breed had. Het zet de focus scherp op mensen die in armoede leven. Of tenminste, het zou de focus moeten scherpstellen.
‘Armoede’ is zo’n begrip waarbij iedereen zich een eigen beeld vormt. Het levert uiteenlopende voorstellingen op, die niet altijd realistisch zijn. Sommigen stellen armoede gelijk aan televisiebeelden van uitgehongerde kinderen in verre landen. Anderen denken aan bedelaars en daklozen. Dat zijn inderdaad allemaal armen, maar armoede is veel breder dan dat. Bij vele mensen die in armoede leven, lees je hun situatie niet af aan uiterlijkheden. Armoede hoeft geen bekertje te zijn in een stationsgang, het is net zo goed een lege brooddoos op school, een onbetaalde factuur aan het einde van de maand, een kind dat nooit een verjaardagsfeestje krijgt, versleten schoenen die niet tijdig kunnen worden vervangen. Wie arm is, loopt daar niet mee te koop, maar ploetert stilletjes voort.
Armoedestatistieken zijn in ons land rijkelijk voorradig, al zijn ze niet altijd eenduidig. Dat is begrijpelijk, want de invalshoek van onderzoekers verschilt al eens. Er is armoede, extreme armoede, armoederisico, risico op sociale uitsluiting enzovoort. Armoede-expert Ive Marx, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen, stelt dat er 16 procent armen zijn in België. Het gaat dan over mensen die minder dan 60 procent van het mediaan inkomen hebben. De mediaan is het middelste inkomen wanneer we alle inwoners rangschikken van de hoogste tot de laagste verdiener.
Kijken
Niet beneden ons, maar evenwaardig naast ons. De arme is een evennaaste
we naar de Europese cijfers van SILC (een enquête naar inkomsten en levensomstandigheden in Europa), dan telt België 12,7 procent mensen in armoede. De regionale verschillen zijn groot, met 7,8 procent armoede in Vlaanderen en 17,3 procent in Wallonië. Mocht iemand nu spontaan denken dat 7,8 best meevalt, dan voegen we daar meteen aan toe dat het omgerekend om bijna een half miljoen mensen gaat. Geen reden tot zelfgenoegzaamheid dus.
Op 13 november organiseert de katholieke Kerk wereldwijd de Werelddag van de Armen. Die dag werd in 2017 door paus Franciscus ingesteld om aandacht te vragen voor wie in armoede leeft. Het thema is dit jaar Omwille van u is Hij arm geworden, een citaat uit de tweede brief van Paulus aan de Korintiërs. Paulus omschrijft Christus zelf dus als ‘arm’. Hoe moeten we dat begrijpen? In onze Klapstoel geeft Niek Everts, straatpastor bij armoedeorganisatie ’t Vlot, duiding bij die stelling: „Wees niet bang van de arme, want je kunt in hem Christus ontmoeten. Maar dan moet je wel naast hem gaan zitten, bij hem zijn en niet boven hem gaan staan.”
Christus nodigt ons dus uit om steeds weer een medemens te zien. Niet beneden ons, maar evenwaardig naast ons. De arme is een evennaaste. Niek Everts formuleert het zo: „Straatbewoners weten wat Christus beleefde, maar ook dat we menselijk moeten omgaan met elkaar. En zij hebben ons nodig als medestanders. Laat dat een oproep zijn om voor onszelf te zoeken hoe we solidair kunnen zijn.”
Daar kunnen we aanstaande zondag bij stilstaan. Hoe kunnen we solidair zijn met mensen in armoede? Hoe porren we het beleid aan om armoede te bestrijden via werk, sociale bescherming, gezinsbeleid, onderwijs en huisvesting? Vinden we armoedebeleid minstens zo belangrijk als de dingen die we voor onszelf vragen aan politici? En wat kunnen we doen in ons eigen leven? De Werelddag van de Armen nodigt ons uit niet achter hoge muren te leven.
Standpunt
woensdag 8 mei 2024