”In het dagelijkse taalgebruik staat vasten gelijk aan onthouding. Het is vooral iets niét doen. Bij het nu populaire intermittent vasten eet je 16 uur per dag niets en 8 uur gewoon. In een Tournée Minérale zweren we een maand alcohol af. Of we proberen minder tijd te verdoen aan sociale media.
Een rode draad door alle bovenstaande manieren van vasten is dat het vooral om jezelf draait. Jij staat centraal. Je vast om kilo’s kwijt te geraken, om gezonder te leven en om je beter te voelen. Op het eind van de vasten ben je dan - hopelijk - een fitter, gezonder, zelfbewuster, sterker individu geworden.
Daar is niets verkeerd mee, maar het is niet wat in de veertigdagentijd voor ons gelovigen het belangrijkste is. Meer dan jezelf centraal te stellen, is de veertigdagentijd gericht op de ander, en op God. Dat kan je letterlijk zien: delen met anderen waar je zelf (meer dan) genoeg van hebt. Niet toevallig loopt de jaarlijkse campagne van Broederlijk Delen synchroon met de Veertigdagentijd. Tegelijk is de vasten ook een periode die uitnodigt om weer verbinding te maken, de draad weer op te nemen van een verloren contact, op bezoek te gaan bij een mens die alleen is, in moeilijkheden verkeert, rouwt. Een periode van soberheid en gebed ook, om zo in onszelf ruimte te maken, om op weg te gaan en ons te keren naar de ander en naar God. Een tijd om, in de woorden van de profeet Jesaja, de ‘ruimte in onze tent te vergroten’. Geen huis, maar een tent, want die kunnen we meenemen naar waar we nodig zijn.
Laat deze vastenperiode meer dan ooit een uitnodiging zijn om ons weer open te stellen voor God en voor de anderen en op die manier de kern van het christen-zijn aan te raken. Laat ons gul zijn met aandacht voor die ander, met liefde in overvloed. ”
Standpunt
woensdag 8 mei 2024