Vormselcatechese steeds meer (ook) taak voor ouders

Dossier

Duizenden kinderen tussen 11 en 13 bereiden zich momenteel voor op hun vormsel. In 2021, het laatste jaar waarvan volledige cijfers beschikbaar zijn, waren ze met 36.000. Ze worden begeleid door vormselcatechisten, maar meer en meer ook door ouders. Soms uit noodzaak, veel vaker ook uit overtuiging: het vormsel mag geen eindpunt zijn, en daar hebben ook ouders een rol in te spelen. We legden in elk bisdom in één parochie ons oor te luisteren: hoe pakken zij het tegenwoordig aa

Missiodag in Scherpenheuvel: letterlijk en figuurlijk op weg gaan met Jezus. © Rudi Van Beek
Missiodag in Scherpenheuvel: letterlijk en figuurlijk op weg gaan met Jezus. © Rudi Van Beek

Herentals • ervaringen en ontmoetingen
‘Ouders hebben de catechistenploeg vervangen’

Om het verschil duidelijk te maken tussen godsdienstles en catechese, ligt bij de vormselcatechese in de parochies van Herentals-Centrum het accent op het ervaren, getuigenissen en mensen ontmoeten. „Vroeger gaven we bij thema’s lesjes en invuloefeningen”, vertelt catechist Paul Van de Vel. „Maar we vervielen in een te schoolse stijl en de resultaten waren ook maar schraal. Nu geven we onze vormselcatechese heel anders vorm. We werken met halve dagen, meestal van half twee tot half vijf. Tijdens het startmoment leggen we de kinderen de vraag voor wat het betekent het vormsel te willen ontvangen, en wat hun engagement kan zijn. Deze dag eindigt met de naamopgave. Tijdens de advent ligt het accent op dienstbaarheid en wat het inhoudt ‘vriend van Jezus’ te zijn. Daartussen gaan we op bezoek bij mensen die zich dienstbaar maken en bij initiatieven tegen armoede in Herentals. De ontmoetingen met bezielde mensen maken steevast indruk. De derde samenkomst stelt symbolen en symboliek centraal, zoals de olie die bij het vormselsacrament wordt gebruikt. Ook dat wordt „We dagen de ouders uit: als ze kwaliteit willen, moeten ze zich engageren” vierend besloten.”
Onlangs deed de grote groep een wandeling door Antwerpen langs twee kerkgebouwen, met het contrast tussen kathedraal en de multiculturele stationswijk. Nog op het programma een fietstocht naar de abdij in Tongerlo en een dag over Laudato si’ en het milieu. De groep gaat samen vuilnis opruimen.
„Het nieuwe is dat we geen catechistenploeg meer hebben, maar dat we verregaand een beroep doen op ouders”, gaat Paul Van de Vel verder. „Dat groeide uit een nood. We dagen de ouders uit: als ze kwaliteit willen, moeten ze zich ook mee engageren. En dat lukt. De uitstappen worden mee door hen begeleid. Inhoudelijk is het nog wat zoeken, maar persoonlijk vind ik het een geslaagde formule om de ouders mee te betrekken. Het is dubbele winst. Ik moet niet meer op zoek gaan naar catechisten. Voor de kinderen is het aangenamer en de activiteiten maken het plezant. Ze kunnen zich beter focussen. De groep is ook wat kleiner. Dit jaar tellen we 57 kinderen. Soms sta ik versteld dat er nog zoveel zich aanmelden. We zien wel waar de Geest waait.” (eds)

 

Kuurne • samenwerken
‘We vragen vormelingen om engagement in de parochiale werking’

Binnen de pastorale eenheid Emmaüs in Kuurne stemmen de drie parochiekerken Sint-Michiel, Sint-Pieter en Sint-Katharina hun vormselwerking onderling af, elk met eigen accenten. Parochieassistent Karen Devroe stuurt het geheel aan.
Dat de vormelingen samenkomen in kleine of grotere groepen voor een klassiek catechesemoment blijft een vast ingrediënt van de vormselwerkingen in Kuurne. „Want we merken duidelijke verschillen in kennis tussen leerlingen van de diverse onderwijsnetten”, zegt Karen Devroe. „Sommige kinderen kennen bijvoorbeeld amper het Onzevader. Ook basale dingen, zoals de symbolen van het vormsel, moeten ze toch kennen.”
Toch willen de catechisten de kinderen allereerst ervaringen laten opdoen van geloof en Kerk zijn. „Zo beginnen we het werkjaar met een engagementsviering in elke kerk. Daarnaast vragen we de kinderen en hun ouders om elke maand een eucharistieviering mee te maken. Die kunnen ze zelf kiezen, al bevelen we de vieringen met een gezinsvriendelijk karakter aan, zoals de Lichtmisviering. „Christen zijn is ‘tope’ op pad gaan, net als de Emmaüsgangers” Hetzelfde doen we met de eerste communicanten. Bij die groep ligt de opkomst wel hoger.”
Daarnaast worden de vormelingen sinds kort gevraagd om een engagement op te nemen in de directe parochiale werking. „Als lector of misdienaar, bij het onthaal in de viering, op het secretariaat, als opmaker van website en parochieblad, noem maar op”, legt Devroe uit. „We doen dat van advent tot advent, dus ook na het vormsel. Geen wondermiddel, maar een deel houdt dat toch vol na de zomer. De engagementen worden overigens begeleid door andere vrijwilligers dan de catechisten.”
De pastorale eenheid organiseert ook een gezamenlijke TOP-avond. „TOP staat voor ‘tope op pad’. Daarmee benadrukken we dat christen zijn betekent dat je samen op weg gaat. Daarover laten we iemand uit onze eenheid concreet getuigen. De dag eindigt biddend, samen met de ouders.”
„Naar andere manieren om de ouders van onze vormelingen sterker te betrekken bij de catechese blijft het overigens wel nog wat zoeken.” (cb)

 

Genk • lessen uit de pandemie
‘Elke vormeling kiest een tochtgenoot en werkt samen aan een opdracht’

Aan het eind van vorig jaar zat pastorale eenheid Emmaüs in Genk zonder catechisten. „We werkten tot dan op een traditionele manier”, zegt diaken Ivo Vanminsel. „Zeven keer kwamen we een hele voormiddag samen, een keer gingen we op daguitstap, naar een abdij of lokaal sociaal initiatief, zoals een Sint-Vincentiuswerking. Moesten we een nieuwe ploeg bij elkaar zoeken om dat te blijven doen? Of was het mogelijk om de vormselwerking op een andere manier te organiseren?”
Er was een goede reden om te geloven dat het anders kon. „Tijdens de pandemie gingen normale activiteiten niet door. We stippelden toen een tocht uit door de kerk, die vormelingen met hun gezin aflegden”, zegt Ivo Vanminsel. „Bij elke stop vonden ze een vraag of gedachte om samen over na te denken en te praten. De feedback was positief. Ouders bleken het interessant te vinden om ook nog eens met geloofsvragen bezig te zijn. Vandaar onze keuze om dit jaar te proberen meer verantwoordelijkheid bij de gezinnen te leggen.”
Elke vormeling koos een tochtgenoot, een ouder, familielid of vriend, die met hem of haar de maandelijkse Oasevieringen bijwoont en in de weken die volgen mee aan een opdracht werkt. Na de viering is er een kort catechesemoment. „Tijdens de eerste samenkomst hadden we het bijvoorbeeld over sporen van God. Zes getuigen deelden waar ze God ontmoeten in het dagelijks leven. „Vroegen we vroeger op de ouderavond wat kinderen vertelden over de cate-chese, dan bleef het stil” Waar voelen ze iets van zijn liefde, grootsheid en goedheid? De vormelingen en tochtgenoten kregen de opdracht mee om daarover uit te wisselen.”
Later in het jaar diepten de vormelingen tussen de bijeenkomsten hun doopkaars en doopfoto’s op, namen ze een zelf gekozen engagement op in het gezin of in de buurt, lazen ze in de Bijbel en probeerden ze verschillende vormen van gebed uit. „Af en toe kregen we een mailtje van tochtgenoten over hoe het verliep. Dat was vroeger anders. Vroegen we toen op de ouderavond wat kinderen over de catechese vertelden, dan bleef het stil”, zegt Ivo Vanminsel. „De vormelingen werden afgezet en weer opgepikt, maar wat tussenin gebeurde, werd niet besproken. Anderzijds kennen wij de kinderen nu minder, aangezien we niet rechtstreeks met hen in dialoog gaan.”
Gianluca Loperfido, priester-stagiair in de federatie, opperde of er geen jongerenwerking kon volgen op het vormsel. „We benadrukken dat het vormsel eerder een beginpunt is dan een eindpunt”, knikt Ivo Vanminsel. „De groei naar een volwassen christendom loopt door. Het geloof komt vooral op belangrijke, ingrijpende momenten ter sprake. We moeten leren om het te verbinden met het gewone leven, om als christen in elke dag te staan en om God uit de marge te halen. Een jongerenwerking zou daarbij kunnen helpen. Maar of we daar de mensen voor vinden?” (jvh)

 

Sint-Niklaas • zoeken naar samenhang
‘Toneeltjes waarmee we Bijbelteksten uitbeelden’

Enkele jaren geleden werden de vormselwerkingen van de kerkplekken Sint-Job in Puivelde en Pastoor van Ars in Belsele, beide in de parochie Heilige Nicolaas van Myra in Sint-Niklaas, samengevoegd. „De werking lag een tijdje stil door toedoen van de coronacrisis”, herinnert verantwoordelijke Herman Wilssens (79) zich. „Maar intussen werken we alweer samen. Dit jaar hebben we dertien vormelingen in Puivelde en veertien in Belsele. Een mooie groep is dat. Aanvankelijk waren het er in Puivelde alleen al 28, wat te veel is voor zo’n kleine kerk – hier en daar werden ouders aangemoedigd voor een lentefeest te gaan. Met een kleinere groep is dat niet meer nodig en krijgt elke vormeling de viering waar hij of zij recht op heeft.”
Makkelijk is zo’n nieuwe samenwerking echter allerminst. „De Vlaming is nogal honkvast”, lacht Herman Wilssens. „Ik pleit er dan ook al lang voor dat de vormsels in onze parochie worden gecelebreerd door een plaatselijke geestelijke. Nu komt er telkens iemand van het bisdom, die geen band heeft met de vormelingen. Pater Emiel en pastoor David „Waarom geen vormsel door een plaatselijke geestelijke?” staan te springen om die vormsels zelf te leiden. Van mij mag dat gerust. Het zou de band van de jongeren met de geloofsgemeenschap ten goede komen.”
Daar wringt volgens Wilssens ook net het schoentje. Als leerkracht op rust weet hij als geen ander hoe je jongeren kunt begeesteren. „Kinderen in de kerk houden, is moeilijk. Niet verrassend, want er is weinig op hun maat tijdens een eucharistieviering. Tijdens de vormselcatechese zijn sommigen verbaasd. ‘Herman, een uur catechese vliegt voorbij, maar drie kwartier eucharistie lijkt een eeuwigheid te duren’, zeggen ze wel eens. Dat verbaast me niet. Ik leerde in de lessen lichamelijke opvoeding dat de jeugd het meeste bijblijft als ze in beweging is. Daarom beperk ik me niet tot het voorlezen van Bijbelteksten, maar ik laat hen altijd de verhalen uitbeelden. Tijdens zulke toneeltjes kunnen ze zich inleven. Dat doen ze graag en zo blijven de waarden die Jezus Christus bracht hen bij. Uiteindelijk gaat het me om hun waardering aan te scherpen voor Jezus. En dat lukt, want ze komen spontaan naar de vormselcatechese.” (bg)

 

Brussel • behalen concreet maken
‘We willen bevrijden van oordelen, bekrompenheid en onze eigen angsten’

Toen Sabine Maertens en Marc Cooremans een plek zochten waar hun dochter gevormd kon worden, kwamen ze via via in de Goede Bijstandskerk terecht, middenin Brussel. „Er werd geen catechese gegeven, maar wij mochten ermee beginnen. Dat zagen we zitten. We spraken dezelfde taal. Wij wilden werken rond Mozes, terwijl de parochie sterk met het thema bevrijding bezig is.”
Na de vormsels van hun twee kinderen, bleef het koppel. Nu draait de catechese rond de Christusfiguur.
„Ook organisatorisch evolueerden we. In het begin kwamen we telkens een uurtje voor de viering samen”, zegt Marc Cooremans. „Sommige kinderen kwamen te laat, anderen waren nog niet goed wakker. Telkens moesten ze thuiskomen: Hoe heet jij nu weer? Zo blijft diepgang uit. Daarom komen we nu minder vaak, maar langer samen. De grote kracht zit in ons weekend. Daar werken we aan groepsvorming en aan een veilig klimaat dat toelaat de diepte in te gaan.”
Bovendien heb je er ook tijd voor plezier. „We willen niet dat catechese als een verplichting voelt. We hopen dat kinderen graag komen.”
Het traject start met een vraag „We komen minder vaak maar langer samen” uit het evangelie: „Wie zegt gij dat Ik ben?” „Aan het eind hebben de vormelingen daar hopelijk hun antwoord op”, zegt Sabine Maertens. „Wij catechisten zaaien, laten ontdekken, ook al zullen wij wellicht niet oogsten.”
Tijdens de activiteiten worden verhalen verteld, spelletjes gespeeld en er wordt veel gezongen. „Steeds proberen we verhalen dichtbij te brengen. Wat zegt het over hun concrete leven? Het antwoord kan voor elk kind anders zijn”, zegt Sabine Maertens. „We maken hen ook bewust van de omgeving waarin ze catechese krijgen. Er zijn daklozen in centrum Brussel en soms slapen die zelfs in de kerk. Dat geeft aanleiding tot gesprek.”
„We willen bevrijdende catechese geven”, besluit Maertens. „We proberen te bevrijden van oordelen, van bekrompenheid en van eigen angsten. Het vormsel is de bezegeling op het einde: de kinderen zijn gesterkt en stappen in het echte leven.”
„Als ze later positief op die catechese, en op een toffe, warme, liefdevolle Kerk kunnen terugkijken, dan nemen ze God in zekere zin al mee in hun leven”, vult Marc Cooremans aan. (jvh)

 

 

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Krijg 1 maand toegang
voor €5
OF

Word abonnee
voor €45
tot eind 2024

Registreer je hier