‘Kerkelijke media worden alsmaar belangrijker’

Klapstoel
Koen Vlaeminck
Hoofdredacteur kerk & leven
en Kerknet.be

21 mei is Mediazondag, de dag waarop kerkelijke media in de schijnwerpers staan. De secularisering van de samenleving betekent niet dat kerkelijke media minder belangrijk worden. Integendeel zelfs, zegt Koen Vlaeminck, sinds eind vorig jaar overkoepelend hoofdredacteur van het weekblad kerk & leven en de website Kerknet.

Het plan om de redacties van Kerknet en Kerk & Leven samen te voegen, lag al lang klaar. Eind 2022 werd de laatste knoop doorgehakt en werd Gentenaar Koen Vlaeminck (44) aangesteld als hoofdredacteur. Met zijn nieuwsgierige geest leidt hij de kerkelijke media naar nieuwe horizonten, voorbij de zekerheden van het verleden. De uitdagingen zijn groot, net als de ‘goesting’ om ze met een positieve ingesteldheid aan te gaan.

Koen Vlaeminck: ‘We moeten communiceren met ‘goesting’. Vrijmoedig, zonder angst. Maar ook zonder pretentie.’ © Kristof Ghyselinck
Koen Vlaeminck: ‘We moeten communiceren met ‘goesting’. Vrijmoedig, zonder angst. Maar ook zonder pretentie.’ © Kristof Ghyselinck

– Waar komt jouw interesse in de kerkelijke media vandaan?
Koen Vlaeminck • Allerlei ontmoetingen en kleine gebeurtenissen hebben mij tot geloof gebracht. Een vriendje dat vroeg om misdienaar te worden, bijvoorbeeld. Het leek me wel leuk, en er was toen nog geen iPad (lacht). Op school speelde de figuur van Don Bosco een grote rol. Na mijn studies Wijsbegeerte aan de KU Leuven deed ik een jaar lang vrijwilligerswerk in Brazilië.
Toen ik als woordvoerder van de bisschop van Gent, Luc Van Looy, de School voor Geloofsverdieping volgde, kwam bij dat sociaal gerichte geloof ook een spirituele basis. Daarnaast leerde ik in die functie de mediawereld van dichtbij kennen. De nieuwsgierigheid van journalisten werkte aanstekelijk. In die tijd zette ik samen met IJD Jongerenpastoraal Vlaanderen de schouders onder het mediaproject Verse Vis. We leerden jongeren om zelf verslag uit te brengen van hun ervaringen op de Wereldjongerendagen, bijvoorbeeld. Tijdens de WJD in Rio in 2013 slaagden we erin om een week lang een dagelijks item te leveren in Iedereen beroemd op Eén. En in 2014 interviewde Verse Vis niemand minder dan paus Franciscus.
Toen bisschop Van Looy de leeftijd van 75 naderde, vond ik het tijd om naar iets anders uit te kijken. Eerst nam ik een periode verlof en genoot met volle teugen van het vaderschap. We waren toen net in verwachting van een derde kind. Toen het vernieuwde Kerknet in 2016 een hoofd-redacteur en coördinator zocht, ben ik op die kar gesprongen.
–  Waarin ligt de kracht van christelijke communicatie in deze tijd?
Mij gaat het er alvast om iets te kunnen delen van wat mij als christen zo gelukkig maakt. Niet dat ik mezelf beschouw als ‘afgewerkte christen’ die het allemaal goed kan uitleggen. Het zou waarschijnlijk ook niet werken om mijn overtuiging op die manier over te brengen. Nee, ik denk dat onze kracht ligt in de ontmoeting, net zoals ik het geloof heb mogen ontdekken door allerlei kleine ontmoetingen en gebeurtenissen. Christelijke communicatie kan een ontmoeting tot stand brengen rond een gedeelde bron van liefde, die ik God noem.
Als je naar het brede medialandschap kijkt, dan stel je daar vaak een kakofonie van polemieken vast, een opbod van meningen die uiteindelijk nergens heen leiden. Er wordt geen gemeenschappelijk idee opgebouwd, geen verbinding gemaakt. Als waakhond van de democratie moeten media het algemeen belang dienen, vind ik, en in mindere mate de verkoopcijfers.
Scherpte verkoopt, maar we kunnen beter, denk ik. Niet de luidste schreeuwers veranderen de wereld, maar de vele mensen die op kleine plaatsen het verschil maken. Als je in kaart zou brengen wat vrijwilligers en mantelzorgers doen – dát zijn de mensen die de samenleving maken. Ik ben er zeker van dat hun verhalen mensen kunnen raken en hoop geven. En dat is bij uitstek een christelijke opdracht.
– Hoe groot moet onze ambitie daarbij zijn?
Onze stijl van communiceren moet beantwoorden aan hedendaagse normen en nieuwe middelen. Toen onze kathedralen gebouwd werden, vertrok men ook niet van de overtuiging dat ze minder mooi mochten zijn dan een gemiddeld huis. Soms regeert de middelmatigheid, maar we moeten excellentie nastreven. Onze boodschap is kostbaar, en dat mag eraan te zien zijn. Zelfs de meest kritische mensen, of precies zij, waarderen het als je met open vizier communiceert, ook over je geloof. Daarmee gaat ook samen dat we moeten communiceren met ‘goesting’, om het met een knipoog naar de net gepubliceerde Vlaamse Canon te zeggen. Vrijmoedig, zonder angst. Maar ook zonder pretentie. Of zoals paus Franciscus het zegt in zijn Boodschap voor Mediazondag: “Je moet niet bang zijn om de waarheid te zeggen, maar wel om ze zonder liefde te zeggen.”
– Waar kijk je graag over het muurtje om ideeën op te doen?
Eén van de dingen die ik zo fijn vind aan de mediawereld is dat je permanent te gast bent bij de meest uiteenlopende mensen, verenigingen en noem maar op. Ik leer ontzettend graag bij en wil mee zijn met de nieuwste trends in het medialandschap. Mijn avonden zijn dan ook gevuld met het lezen van magazines en websites, van America Magazine over New York Times tot kleine magazines over kunst en musea, podcasts enzoverder. Ik ben een allesverslinder.
– Hoe zie je de toekomst van de kerkelijke media in Vlaanderen?
De samenleving is veranderd, de media zijn enorm geëvolueerd, net als het kerkelijk landschap. Ook de rol van de kerkelijke media „Het zijn ook, en vooral, de duizenden plaatselijke vrijwilligers die kerkelijke media mogelijk maken” verandert daardoor. Iedereen weet dat het aantal abonnees van Kerk & leven daalt, samen met de kerkpraktijk. Deze vaststelling betekent niet dat ik de toekomst pessimistisch zie. Het belang van de kerkelijke media, als plaats waar mensen heel toegankelijk alle mogelijke informatie, inspiratie en verdieping kunnen vinden, neemt alleen maar toe. Als volwassenen zich vandaag laten dopen, hebben ze meestal op Kerknet alle informatie opgezocht en hebben ze ook daar allereerst hun spirituele dorst gelaafd.
In een postchristelijke samenleving is het nog belangrijker dat er kerkelijke media bestaan. Dat zie je ook aan het indrukwekkende digitale groeipad. Bij de start van het vernieuwde Kerknet in 2015 hadden we 100.000 unieke bezoekers per maand, sinds april dit jaar loopt dat aantal op tot boven de 300.000.
– Waaraan wijd je die spectaculaire groei?
Voor een stuk zie ik daar al de vruchten van de samensmelting van beide redacties. De bundeling van krachten van print en digitaal in één redactie laat ons toe om sterker te communiceren.
Als mensen vandaag een kathedraal bezoeken, doen ze dat om allerlei redenen. Ze willen de schoonheid bewonderen, een kaars aansteken of gewoon even tot rust komen. Voor mij zijn de kerkelijke media zo’n soort kathedraal, waar je om allerlei redenen even langskomt. En hopelijk zijn de bezoekers gecharmeerd en komen ze nog eens terug, omdat die kathedraal precies is wat ze op dat moment nodig hebben.
– Hoe omschrijf je de opdracht van de kerkelijke media?
We hebben met het hele bedrijf, Uitgeverij en Drukkerij Halewijn, vijf opdrachten omschreven.
Informeren: we brengen het kerkelijke nieuws heet van de naald, ook het minder goede nieuws, uit binnen- en buitenland. Dat wordt nauwelijks nog opgevolgd door andere media, dus daar ligt een open terrein. Ook alles wat mensen rond sacramenten zoeken, moet makkelijk te vinden zijn.
Inspireren: dat doen we met inhoud die raakt aan de leefwereld en de spirituele zoektocht van mensen vandaag. Denk aan cultuur (Psalmen in popmuziek of de betekenis van het Lam Gods) over tuinieren met een hart voor de Schepping tot een e-cursus Spirituele Meesters.
Verdiepen: mensen die op zoek zijn naar christelijke verdieping komen via digitale cursussen met hoofd én hart aan hun trekken.
Verbinden: zowel in taalgebruik als inhoudelijk willen we mensen en gemeenschappen verbinden. We hebben een antenne voor goede vibes, die we willen versterken. Daarbij verliezen we niet uit het oog dat aan een verrijzenis meestal een Goede Vrijdag voorafgaat.
Ondersteunen: het is ook de taak van de kerkelijke media om parochies en organisaties te helpen in hun communicatie. Dat doen we op dit moment met vier lokale pagina’s in Kerk & leven en de microsites op Kerknet. Het zijn ook, en vooral, de duizenden plaatselijke vrijwilligers die kerkelijke media mogelijk maken.
– Halewijn is een bedrijf in transitie. Wat betekent dat voor de toekomst?
Terwijl het medialandschap aan ongelooflijke snelheid evolueert, brokkelt het parochielandschap zienderogen af. Die onvoorspelbaarheid van evoluties stelt ons voor heel grote uitdagingen. Daarom is het zo belangrijk dat we ons wendbaar organiseren. We kunnen niet meer voortdoen met wat we altijd gedaan hebben, gewoon omdat we het altijd zo gedaan hebben. Integendeel, dit is een tijd om te pionieren en nieuwe wegen te zoeken.
Dat maakt dit werk ook zo boeiend. Als je op tocht gaat, kun je niet alles meenemen. En het landschap verandert voortdurend. Je kunt je bezeren, dan moet je opstaan en weer verder gaan. Zelf ben ik daar niet zo bang voor. Misschien komt dat door mijn passie voor bergbeklimmen (lacht).
– Wat hebben we te verliezen?
Alles. Als we niet op een hoopvolle en ongedwongen manier naar de toekomst kijken, vanuit onze diepe vrijheid als christen, dan hebben we onszelf te verliezen en dan zijn we alles kwijt.
– Waarom hebben de kerkelijke media de steun van het publiek nodig?
Onze media maken de kerkgemeenschap en christenen in het breder maatschappelijk veld zichtbaar. Bovendien scheppen ze een ontmoetingsplek. Als ik Kerk & leven of de nieuwsbrief van Kerknet ontvang, dan voel ik me verbonden met al die andere lezers. Ik herken me in de verhalen, die me ontroeren en aanspreken. Ze vormen een dagelijkse ontmoeting en uitnodiging. Voor veel mensen zijn de kerkelijke media een soort thuis, met een open deur voor al wie de warmte ervan wil opzoeken. Die thuis mogen we niet verliezen.

 

Lees meteen verder

Ik ben nog geen abonnee

Word abonnee
voor €66
tot eind 2025

Registreer je hier